Naam: Daniek Baumeister

Klas: 3T2

Docent: Mevrouw Scholten

Naam auteur: Marc Legendre

Naam uitgever: Manteau

Aantal bladzijden: 195 bladzijden

Samenvatting Zielsveel

Op school praat de ik-persoon regelmatig met de Praatpaal, bijnaam van Eric Livret, de studiebegeleider. Hij geeft haar een Moleskine-schriftje met de opdracht: schrijf er elke dag één ding in dat je leuk vindt.
De hoofdpersoon heeft een klasgenoot bij wie ze wel eens thuis komt, Gippi. Zij lijdt aan een ernstige vorm van anorexia nervosa en overlijdt.
De gesprekken met de Praatpaal zijn saai.
Op een dag wil ze na school niet naar huis. Naar Gippi kan ze niet meer en het regent, dus ze besluit te schuilen in het station. Daar ontdekt ze op een van de muren een boodschap voor ene Eros van Calliope. Het handschrift is ongetwijfeld dat van haar moeder, dus de ik-persoon heeft haar conclusie snel getrokken: haar moeder heeft een minnaar. 

Alles wat thuis gebeurt, ziet ze als een bevestiging van haar vermoeden. Regelmatig gaat ze nu naar het station om te kijken of er nieuwe boodschappen verschijnen. Daar ontmoet ze Lucca, de zoon van Eros. Ze raken bevriend met elkaar, de ik-persoon wordt zelfs verliefd op hem.
De ik-persoon vraagt haar vader om haar naar de tandarts te brengen. Dat doet hij, maar hij heeft te veel alcohol gedronken en raakt van de weg. De ik-persoon is zo gefrustreerd over het gedrag van haar ouders dat ze met haar fiets keihard tegen de auto van haar moeder aan rijdt en een hersenschudding oploopt.

Lucca en zij zien de moeder van de ik-persoon op het station. De ik-persoon wil met haar vader naar het ziekenhuis voor een onderzoek. Ze gaat naar het kantoor waar hij altijd werkte om hem op te halen en krijgt daar te horen dat hij al maanden geleden ontslagen is. Als ze haar ouders er thuis mee confronteert, wordt het meteen in de doofpot gestopt. Haar ouders besluiten een feestje te geven voor de verjaardag van de ik-persoon. Vooral vrienden en bekenden van moeder worden uitgenodigd. De Praatpaal is ook van de partij, met een dubbele agenda. Hij is wat voor de ik-persoon gaan voelen en randt haar aan op een plekje waar niemand komt, achter in de tuin. Gelukkig komt Lucca daar wel: hij grijpt net op tijd in. Aanvankelijk wordt er geen aangifte gedaan, de vader van de ik-persoon heeft namelijk weer een ongeluk met de auto gekregen, omdat hij dronken achter het stuur zat.

Op 5 mei ontmaskeren Lucca en de ik-persoon de geheime geliefden: het zijn inderdaad de vader van Lucca en haar moeder. Ze loopt een kledingzaak in, steelt een aantal kledingstukken en wordt betrapt. Ze doet alsnog aangifte van Eric en als haar moeder haar opgehaald heeft, gaan ze samen een hamburger eten bij McDonald’s. Haar moeder legt uit hoe het zit met Bea en de vader van Lucca. Bea heeft een krachtbron nodig, zegt ze. Dat is Eros. Ze zegt ook dat de ik-persoon haar krachtbron is. Vader ligt in het ziekenhuis, ook met hem volgt een goed gesprek en tot slot maken Lucca en de ik-persoon op de muur in het station kenbaar dat ze gek op elkaar zijn. De ik-persoon zegt dat ze zielsveel van Lucca houdt. Ze worden verliefd en kussen elkaar.

De auteur

Marc Legendre werd geboren op 15 april 1956  in Antwerpen. Na zijn middelbare school begon hij aan de universiteit. Na zijn afstuderen ging hij in dienst als hoofdredacteur bij het stripblad Kuifje. In 1984 ging hij naast tekenen ook scenario’s maken. In 1990 startte hij met tekenaar Jan Bosschaert de realistische stoere meidenreeks Sam, over een meisje dat werkt in de garage.  In september 1993 werd hij hoofdredacteur van het Suske en Wiske weekblad. In april 1995 legde hij zijn functie neer. Na stripbladen stond het leven even stil. Hij leidde een teruggetrokken bestaan en laat niks van zich horen. In 2005 werd de stilte doorbroken als het boek Finisterre verschijnt. In 2007 scheen de grafische roman. In 2012 werd Legendre aangesteld om scenario’s te schijven voor de Rode Ridder.

Over het boek

Op de voorkant staat iemand die zich om draait. Dat staat op de voorkant, omdat Lucca eerst de ik-persoon helemaal niet leuk vind. Maar als ze elkaar steeds meer zien worden ze steeds verliefder op elkaar, op het eind zijn ze echt verliefd op elkaar.                                                                                                                              
Het boek is niet echt opgedragen aan iemand, je ziet het wel vanuit de situatie van de ik-persoon.
Op het station: Haar moeder en de vader van Lucca schrijven daar wat op de muren.
Bij de ik-persoon thuis: Het gebeurt allemaal in het huis van de ik-persoon.
Bij Gippi thuis: Na school gaat ze soms naar Gippi’s huis toe totdat ze overlijd.
Het verhaal is vanuit het perspectief van de ik-persoon geschreven. Ze heeft te maken met een vader die alcohol drinkt en een moeder die verliefd is op iemand anders.
Het verhaal heeft een gesloten einde, omdat je alles wel komt te weten over de personen en gebeurtenissen. 

Leeservaringen

Onderwerp: Het verhaal spreek mij niet echt aan want het gaat steeds over de ik-persoon, ik vind het leuker als het een echt verhaal is. Het verhaal heeft geen nieuwe kanten van het onderwerp laten zien. Ik ben ook niet aan het denken gezet door het verhaal. Ik had het niet verwacht, ik dacht dat het leuker zou zijn. Ik ben het niet eens met de bepaalde mening van het verhaal. Ik ben niet anders over het onderwerp gaan denken. Het onderwerp blijft wel een beetje oppervlakkig in het verhaal. Het onderwerp is wel verrassend uitgewerkt. Alles wordt wel goed besproken in het verhaal. Ik heb nog een ander verhaal over dit onderwerp gelezen.

Gebeurtenissen: Het verhaal bevat niet veel gebeurtenissen om het boeiend te houden. Er zit niet genoeg tempo in het verhaal, het valt soms stil. Het verhaal gaat vooral om de gedachten en gevoelens van de ik-persoon. De gebeurtenissen hebben niet veel indruk op mij gemaakt, omdat ze niet echt spannend waren. De gebeurtenissen zijn wel geloofwaardig en ook heel herkenbaar. De gebeurtenissen zijn vooral ook voorspelbaar en bekend. Ik heb geen gebeurtenis meegemaakt wat daar op lijkt. Er staan in het verhaal geen gebeurtenissen die ik graag zou willen meemaken.

Personages: De hoofdpersoon is niet iemand die voor het leven gaat, het komt op haar af. De andere personages zijn ook niet heel levendig. De hoofdpersoon heeft niet echt problemen in het verhaal. De hoofdpersoon is niet echt een heldin dus ik zou er ook niet op willen lijken. De verhaalpersonen hebben niet echt veel ideeën. De verhaalpersoon heeft me niet beïnvloed. Iets van het personage heeft me niet aan het denken gezet. Je komt wel genoeg over de personages te weten in het verhaal. Je hoeft zelf niet veel in te vullen om het innerlijk van de personages te weten komen. De personages veranderen niet echt door wat ze mee maken. Ik vind de beslissingen die door de personages zijn genomen niet vreemd of onbegrijpelijk.

Bouw: De gebeurtenissen staan wel op een logische volgorde. Het verhaal is niet echt spannend opgebouwd, omdat er niet veel gebeurd. Het verhaal heeft geen ingewikkelde opbouw. Er zijn geen verhaallijnen die goed met elkaar verbonden zijn. Het verhaal bevat geen tijdsprongen of terugblikken. Het slot past wel goed bij het verhaal.

Taalgebruik: Het verhaal is wel makkelijk om te lezen. Het taalgebruik heeft er wel mee te maken. De zinnen zijn wel makkelijk te lezen, omdat er geen moeilijke woorden inzitten. Het verhaal bevat weinig beschrijvingen, dat heeft niet gevolgen voor de leesbaarheid of verteltempo. Er zitten wel veel dialogen in het verhaal, dat is niet zo plezierig.

Verwerkingsopdracht

a is van alcohol dat haar vader gebruikt
b is van Bea de beste vriendin van haar moeder
c is van confrontatie die ze aan gaat met haar moeder en vader
d is van diefstal ze steelt dingen in een kledingwinkel
e is van Eros haar moeder’s geheime liefde
f is van feest voor haar verjaardag
g is van Gippi haar vriendin
h is van hersenschudding die de ik-persoon oploopt met een botsing
i is van ik-persoon dat is de hoofdpersoon uit het verhaal
j is van jeugd het gebeurd in haar puberteit
k is van kledingwinkel die ze binnen loopt en dingen steelt, ze wordt betrapt
l is van Lucca de zoon van Eros
m is van moleskine-schriftje daar schrijft ze elke dag één leuk ding in
n is van niet spannend er gebeurt niet veel in het verhaal
o is van overlijden,  Gippi overlijdt aan anorexia nervosa
p is van Praatpaal daar zegt ze alles tegen
r is van radeloos als ze hoort dat haar moeder een ander heeft
s is van station daar komen de ik-persoon en Lucca elkaar voor het eerst tegen
t is van tuinhuisje daar verstopt haar vader alcohol
u is van uitvallen dat haar moeder elke keer doet tegen haar vader
v is van verliefd Lucca en de ik-persoon worden verliefd
w is van weglopen omdat ze weg wil uit huis
z is van zielsveel Lucca houd van de ik-persoon en haar moeder houd van Eros